Als muzikanten zó in hun kracht staan dat ze in staat zijn om in hun meest creatieve periode iets extra’s toe te voegen, is er iets bijzonders gaande. Bij Radiohead was dit het geval toen Amnesiac binnen een jaar tijd na Kid A volgde. Thom Yorke en Jonny Greenwood herhalen dit nu met hun succesvolle ‘andere band’ The Smile, waar het tweetal met drummer Tom Skinner samenwerkt.
A Light for Attracting Attention, het debuut van The Smile, stond hoog in de toenmalige jaarlijst en het eerder dit jaar verschenen Wall of Eyes eist zeker eind dit jaar ook een plek op. Met het beklemmende traumawerkstuk Bending Hectic overtreft The Smile de eerdere singles. Ruim 8 minuten aan onderhuidse spanning die naar een explosieve climax toewerkt. Cutouts komt in dezelfde periode als Wall Of Eyes tot stand, is ook gedeeltelijk in de heilige Abbey Road Studio opgenomen, waar The London Contemporary Orchestra aanschoof om die muur aan geluid nog dikker te accentueren.
Dat het gezelschap in hun vrije tijd, ik kan het niet anders verwoorden, zich in het schrijven van filmmuziek verdiept, komt bij het schitterende Foreign Spies wel overduidelijk naar voren. Hier drukken schelle keyboardpartijen hun stempel op de sound, ze laten de track heerlijk in de experimentele fase aarden. Hier is het mediterende spanningsveld genoeg. Foreign Spies is vintage seventies toetsenwerk, met een verkennende bas die er vrolijk doorheen huppelt. De vreemdeling die op verkenningstocht gaat en in een zelfdestructieve wereld belandt. Het bevat elementen van het speciaal voor de BBC gearrangeerde Horror Vacui, een breed uitgemeten orkestraal epos waar Jonny Greenwood een donkere kant van zichzelf belicht. Foreign Spies is de vertaling van klassiek naar pop, al is pop hierbij wel een heel breed begrip.
Het startpunt van Zero Sum ligt in de digitalisering van onze gegevens. Qua stijl en invalshoek verwijst deze elektro funker naar het fameuze OK Computer. Big Brother in de Windows 95 gedaante. Vintage eighties new wave volgens de principes van Thom Yorke en Jonny Greenwood. Tom Skinner pakt fascinerend door met Afrikaanse ritmes. Zero Sum is sexy dansbaar, aanstekelijk en bijna een heuse popsong. Ook hier verkeert Jonny Greenwood in topvorm. Met zijn buitenaardse gitaarloopings voegt hij met bravoure weer iets extra’s toe, sterker nog, hij verfijnt het eerder aangegeven Kid A en Amnesiac werk. Alsof die twee kunstwerken door architecten van een nieuwe verflaag worden voorzien. Verwijt ik Thom Yorke dat zijn aandeel op de eerste twee The Smile platen te dominant is, hier trekt Jonny Greenwood dat eventjes recht.
We maakten al eerder kennis met Don’t Get Me Started. Thom Yorke als overkoepelende krachtbron, die de swing van Jonny Greenwood langzaam in beweging zet. Toch moet hij hier in Tom Skinner zijn meerdere erkennen, hij is de katalysator, de voedende brandstof, de intercity die de locomotief als het ware voorbij draaft. Zonder zijn ritmische experimenteerdrift zou het jazzy Don’t Get Me Started ergens in het luchtledige blijven hangen. Gedirigeerde pianotoetsen remmen het stuurloze samenspel tussen drum en gitaar bij Eyes & Mouth af. Een track waar ze al vanaf de wereldwijde kennismaking van The Smile aan sleutelen en waarmee ze hun eerste spraakmakende concert in Magazine te Londen mee afsloten. Blijkbaar voldeed deze uitvoering nog niet aan de wensen en brengen ze het nummer nu tot alle tevredenheid uit.
Bij de dromerige psychedelische jaren negentig interactie van Instant Psalm ervaar je die unieke live ervaring, waar een jamsessie tot een gestructureerd geheel samenvloeit. Hier vormt het trio een herhalende soepelheid waar The London Contemporary Orchestra met gemak overheen schildert, de leegte in vervoering brengt en er een driedimensionale eenheid van maakt. Dit biedt het vermogen om als luisteraar in de track te kruipen. Juist deze toevoeging geeft het kleur en vooral een warmte die eerder bij Radiohead met fragmentarische geluidseffecten werd benadrukt. Juist die echtheid aan instrumentatie maakt er een puur geheel van. Ik ben wel nieuwsgierig hoe ze dit live omzetten. Niet geheel The Smile eigen, maar ook overduidelijk door een band als Elbow beïnvloed.
De exotische Colours Fly sabeldans tango vaart als een spookschip recht op zijn doel af. Het trotseert de golven in een barre tocht waar saxofonist Robert Stillman er een Blackstar twist aangeeft. Het is hierdoor een onbewust eerbetoon aan die allerlaatste David Bowie meesterzet, voor hij ons in verwarring en verdriet achterliet. Colours Fly schuurt, piept als een oliearm gevaarte. Laat deze gastartiest zich in het vervolg definitief bij het The Smile gezelschap voegen, hij is van onschatbare (meer-)waarde. De kosmische ambient van No Words is alles behalve een instrumentaal tussenstuk. Ook hier die angst en onvrede, hulpeloos toekijken naar een zelfdestructieve planeet. Thom Yorke laat zijn persoonlijke problemen los en richt zich op de maatschappij. Misschien vreemd, maar hierdoor wekt hij dus de indruk dat hijzelf lekker in zijn veld zit. De krautrockwalmen zijn niet ver weg, samen met de rondspokende echo’s in de tweede stem geven ze het een berustend retro tintje, alsof het aardse geweten over de schouder meekijkt.
Door de aanwezigheid van The London Contemporary Orchestra en de nachtkroeg piano valt het verstillende Tiptoe zowat onder illustratieve triphop te catalogiseren. Dat Thom Yorke een groot liefhebber van dit subgenre is, bleek al eerder toen hij zijn medewerking aan het elektronische UNKLE verleende. Hier is het echter de zwakke broeder tussen de sterke overmacht van het overige negental. Het mist de emotionele beladenheid, de nervositeit. Thom Yorke in de gedaante van musicalster, bijna tegen perfectie aanleunend. Juist die aspecten worden hier zo gemist, terwijl zij juist die de onvoorspelbare grimmige dwarsheid van de geluidscollage-kunstenaars normaal zo kenmerken.
Het broeierige The Slip blijft een beetje in die triphop hoek hangen, alleen klopt het hier wel allemaal. The Slip is een panische kijk op het verval van de aarde, de teloorgang van een wereldrijk. Het is een knock-out, de genadeslag, waar het smerige Jonny Greenwood rockgitaarspel het beste in Thom Yorke oproept. Voor mij de eerste keer dat ik The Smile aan The Bends van Radiohead kan linken, het bevat flarden Just, samen met Zero Sum ligt de The Slip crossover funkrock dicht bij een standaard rocksong, al kan je in het geval van The Smile nooit van standaard spreken.
Het traditionele bijna akoestische Bodies Laughing leunt op een klassieke basis en geeft weer een nieuw stukje veelzijdigheid van The Smile bloot. Het idee ontstond al tijdens de opnamen van In Rainbows, maar bleef vervolgens lang op de plank liggen. Ze verraden hiermee de oorspronkelijke opzet van de song en hoe deze zich verder ontwikkelt. Cutouts wekt de indruk dat ze veel meer de complexiteit vermijden en dus dichter bij de basis blijven. Songs in wording die in hun kaalheid al genoeg zeggingskracht hebben. Soms zit het zelfs ergens tussen The Bends en OK Computer in. Voor de eerste keer sinds tijden geloof ik dat een Radiohead reünie de logische vervolgstap zal zijn. Cutouts heeft met vlagen de magie van de twee voorgaande platen en is vooral een zeer geslaagde aanvulling, een kanttekening die dieper in het opnameproces duikt.
Het album Cutouts van The Smile is uitgebracht door XL op 4 oktober 2024.